Vanmorgen toen ik wakker werd, wilde ik dat mijn ochtendwandeling met Teun eens ergens anders naar toe zou gaan. Een van mijn favoriete stukjes is langs het kanaal lopen, dat kan nu nog, nu de schaapjes er nog niet zijn. En dus, ondanks de gure lucht, de flinke wind, vertrokken Teun ik en ik, via de begraafplaats naar de polder. Ja via de begraafplaats, ik loop hier wel regelmatig overheen. Te kijken naar de graven, de monumenten. Bijzonder want vandaag is er weer een afscheidsdienst hier in de grote kerk. Dat weet ik, want meneer pastoor houdt mij altijd op de hoogte, van de overledenen, voor wie hier een dienst en of begrafenis georganiseerd wordt. Vandaag mag hij de zoon begeleiden, de zoon is zelf pastoor of priester, dat weet ik niet meer. Zijn moeder is overleden en meneer pastoor is 'zijn hulpje' zoals hij het zelf noemt. Het woord 'knechtje' gebruikt hij ook nog. Zelf gebruik ik dit soort woorden niet meer, ik, die wars ben van hiƫrarchie, ik hou niet van woorden, die de gelaagdheid in een structuur of organisatie weergeven. Tja, je kan maar ingewikkeld zijn. Je kan maar houden van vrijheid. Een echte van Loon, tja dat blijf je voor altijd. En ik ben er trots op, een echte van Loon te zijn. Niet altijd even makkelijk voor de wereld om je heen.
Maar ja terug naar onze ochtendwandeling, Teun en ik. Kwart voor negen vertrokken we en twintig over tien waren we weer terug. Via de begraafplaats naar het veldje achter 't Wagenhuis. Bijzonder hoe Teun, als hij een hond ziet, die hij leuk of juist niet leuk vindt, gaat zitten wachten. Tot de hond voorbij is. Zo ook bij het veldje. Hij houdt niet zo van deze hond, dus hij zit dan tegen mijn been aan. En samen wachten we. Mooi die verbondenheid die ik dan voel met deze kleine Teun. Daarna door het tunneltje, Teun rennend door het weiland, op naar het water. Langs de molen, het kruis voor de gevallenen van de watersnoodramp, het hek door en dan langs het kanaal. Heerlijk, een mooi stuk om te lopen, de grote boten die voorbij komen, de kracht van het water, de wind, je voelt het allemaal. Het is koud vandaag. Een beetje een miezerig regentje. En dan bij het gemaal de trap op en daar waar ik normaal weer naar rechts terug naar het dorp ga, ging ik nu links. En Teun gaat met mij naar links. Hij sjeest een veld op, en stond voor een hek, waar hij niet doorheen kon. Het hek dicht, en via prikkeldraad wat ik naar beneden drukte, kwam hij samen met mij op een zandweg terecht.
Hier waren we nog nooit geweest, Teun en ik. Een mooi stil pad, met aan weerszijden grasland en jawel, een berg mest...en Teun zou Teun niet zijn, als hij hier eens even doorheen ging liggen rollen.
En ik, ik geniet van de rust. De stilte, je komt werkelijk niemand tegen. Ik loop dan door die stilte en die kou, en voel me intens tevreden. Ik geniet van Teun, die blij is, en rondrent en ruikt en snuffelt. Mijn gedachten gaan terug naar het mooie gesprek met Michael, over mijn werk, over de situaties waar ik in terecht ben gekomen. En al wandelend denk ik na over de mogelijkheden die ik nog zie, voor onze mooie organisatie daar midden in Hilversum. Gek, hoe deze wandelingen mij verrijken in mijn denkwereld. Hoe de stilte mij raad geeft en hoe de natuur mij inzicht geeft, hoe waardevol het is, om juist deze natuur te koesteren. Ik zie onderweg bij boerderijen de rood-wit-blauwe vlag weer 'goed' hangen en ik ben me ervan bewust, dat er nog veel gaat veranderen in ons land. En ik, ik maak daar op mijn eigen wijze, in mijn kleine rol, als eindverantwoordelijk directeur van een Uitvaartstichting gewoon deel van uit.